Structuur bieden

with Geen reacties

Veel kinderen hebben baat aan een duidelijke structuur. Een vaste structuur biedt voorspelbaarheid, rust en ook veiligheid.

Oké goed, maar hoe maak ik zo’n planning nu eigenlijk?
Elk kind is anders en heeft een andere aanpak nodig.
Veel hangt af van de ontwikkelingsleeftijd en de aanpak die ze al toepassen in de groep.

Bij kindjes met een ‘lage ontwikkelingsleeftijd’ geven we graag deze tips mee:
– Bouw vaste routines in zoals bijvoorbeeld de dag steeds hetzelfde starten met een vaste volgorde zoals eerst toiletbezoek/verschonen, dan eten en dan tanden poetsen.
– Plan een vaste dagstructuur waarbij je op vaste tijdstippen eet en andere activiteiten doet. De dagstrcutuur van een gemiddelde dag op Merlijn ziet er zo uit:
Dit is per groep natuurlijk wel wat anders.
7u30-8u30: vooropvang. Dit is vrij spel in de grote zaal.
8u30: samen een boterhammetje eten, beker water drinken, tanden poetsen en op potje gaan/verschonen.
10u: onthaalmoment. Dit is een interactief kringmomentje waar de kinderen prikkels krijgen aangeboden en uitgedaagd worden tot communiceren.
10u15: start dagactiviteit + hulpmiddelen (rijglaarzen, staplank, oogplakker,…) Wat doen wij zoal? Snoezelen, tovertafel, knutselen, fietsen, trampoline springen, werksessies, therapie krijgen, begeleid spelen, vrij spel, Hokus Pokus Toverdoos, …
11u30: patatjes eten en drinken
12u15: potje/verschonen
12u30: middagdutje of vrij spel
13u: buiten spelen
13u45: potje/verschonen
14u: begeleid vrij spel of een activiteit (afhankelijk van de groep)
15u: 3-uurtje (fruit, fruitpap, yoghurtje,…) en drinken
16u: na-opvang. Dan mogen ze terug spelen in de grote zaal.

– De activiteiten die je overdag doet mag je zeker laten variëren, deze moeten niet steeds hetzelfde zijn.
– Gebruik overgangsliedjes om aan te kondigen wat er gaat gebeuren zoals eten of verschonen.
– Gebruik concrete verwijzers: materialen in het juiste thema die getoond worden en meegenomen worden naar de juiste plaats van de activiteit.

Tips voor kinderen die met een daglijn werken in hun groep:
Het gebruik van een daglijn is per kind vaak heel verschillend. Sommige kinderen hebben 1 verwijzer op hun daglijn, sommige 2 verwijzers, anderen hebben de dagplanning van een halve of zelfs hele dag op hun daglijn hangen. Er zijn ook kinderen die een weekoverzicht hebben, maar bij kleuters gebruiken we dat nog niet.

– Verwijzers: er bestaan verschillende soorten verwijzers. Concrete verwijzers (materiaal), foto’s, afbeeldingen, pictogrammen.
– Gebruik overgangsliedjes om aan te kondigen wat er gaat gebeuren zoals eten of verschonen/toiletbezoek.
– Gedragskaart: wil je duidelijk maken welk gedrag je verwacht en wat er niet kan? Met een gedragskaart zoals op de foto wordt het duidelijk voor jouw kind.
– Stappenplan: Is het moeilijk om opdrachten na elkaar zelfstandig uit te voeren? Dan kan je dit in stapjes onderverdelen en verduidelijken.

Soorten verwijzers

Zoals gezegd bestaan er verschillende soorten verwijzers. Concrete verwijzers (materiaal), foto’s, afbeeldingen, pictogrammen.
Concrete verwijzers worden meer bij kinderen met een lage ontwikkelingsleeftijd gebruikt, terwijl pictogrammen al meer gebruikt worden bij kinderen met een gemiddeld ontwikkelingsleeftijd.

Concrete verwijzers

Concrete verwijzers gebruiken we om een nieuwe activiteit aan te kondigen.
Bij sommige kinderen laten we dit zien, aan andere kinderen geven we de verwijzer in de hand, nog andere kinderen gaan de verwijzer van hun daglijn halen.
Als het kind een verwijzer zelf vast heeft, is het de bedoeling dat hij/zij deze gaat ‘inchecken’ op de plaats waar de activiteit doorgaat.

Luier:
De luier wordt gebruikt om aan te geven dat het tijd is om te verschonen. Als dit lukt, nemen de kinderen de luier zelf vast en checken eerst in. Dit wilt zeggen dat ze de luier eerst in een bakje in de badkamer leggen voor ze het op het potje gaan. Terwijl zingen wij (de begeleiders) het overgangsliedje. Bij kinderen die geen luier meer dragen, kan je een leeg WC-rolletje laten zien dat ze over een wc-rolhouder moeten schuiven.

Slabber:
We laten de slabber zien/geven de slabber/laten het kind de slabber van de daglijn nemen en nemen het kind zo mee naar de tafel, waar ze op hun eigen stoel gaan zitten. Hierbij zingen we opnieuw het juiste overgangsliedje.

Extra tip: zet eerst het eten en drinken klaar voor je je kind aan tafel zet, dit zorgt voor meer duidelijkheid en zo moet je kindje ook minder lang wachten aan tafel. Zorg ook dat er niet te veel andere prikkels zijn zoals geluid, geur of visuele prikkels.

Bal:
Dit is de verwijzer voor speelhoek bal. In Merlijn is dit de speelhoek aan de kant van de tuin. Het kind neemt de bal vast en checkt eerst in door de bal in een koker te steken.

Extra tip: een afgebakende speelhoek zorgt ervoor dat er visueel en fysiek duidelijk is wat er van het kind verwacht wordt. Door iedere plaats een eigen functie te geven wordt een situatie meteen veel duidelijker: speelhoek om te spelen, tafel om te eten, badkamer voor verzorging. Wil je een kindje laten kleuren? Voorzie dan een andere plaats dan de tafel waaraan hij/zij eet.

Blok:
Dit is de verwijzer voor speelhoek blok. in Merlijn is dit een aparte, rustige ruimte die je bijvoorbeeld kan inrichten tot snoezelruimte of leeshoekje. Kinderen kunnen hier tot rust komen door eventjes alleen te zijn en te ontsnappen aan alle prikkels in de groep. Vaak hangen hier lichtjes omhoog en liggen er veel kussens om op te rusten. Het kind neemt het blokje vast en checkt in door dit blokje op het blokje te zetten dat al aan de deur hangt.

Knikkerbaan of inlegpuzzel:
Afhankelijk van de groep waarin je kind zit is één van beide de verwijzer voor werken aan de tafel: deze gebruiken we wanneer we individueel werken aan tafel met een kind (individuele werksessies). Het kind checkt in door het stukje van de knikkerbaan op het andere stuk te zetten of de 2 puzzelstukjes in elkaar te leggen.

CD:
Dit is de verwijzer voor muziek. Het kind checkt eerst in door de cd in een bakje te leggen dat aan de schommelstoel hangt.

Het luisteren van de muziek gebeurt in een schommelstoeltje of een andere aangename stoel. Dit kan met of zonder hoofdtelefoon, afhankelijk van wat het kind verdraagt. Een koptelefoon kan voor sommige kinderen rust bieden doordat ze even geen andere auditieve prikkels meer krijgen.

Magneet:
Dit is de verwijzer voor buiten spelen. Het kind checkt eerst in door de magneet op een magneetbord te plakken die naast de deur hangt en dan gaan we samen naar buiten.
Onze favoriete activiteiten? Trampoline springen, fietsen of stokjes verzamelen.

Afbeelding als verwijzer

Een andere mogelijkheid is dat je afbeeldingen gebruikt als verwijzer. Een afbeelding lijkt op een simpele kleurplaat.

Zo zou de afbeelding van speelhoek bal er dan uitzien.

Afbeeldingen zijn ook handig om op een duidelijke manier uit te leggen hoe de kinderen moeten omgaan met de corona-maatregelen.

Pictogram als verwijzer

De misschien wel bekendste manier om te gebruiken als verwijzer zijn de pictogrammen. Dit zijn typische simpele afbeeldingen. De meesten zijn in zwart-wit.
Wij geven je voorbeelden van picto’s die handig kunnen zijn voor thuis. Neem zelf zeker een kijkje op de site van SCLERA om pictogrammen aan te maken voor thuis.

Pictogrammen kunnen ook gebruikt worden om ‘tijd’ te verduidelijken:

Extra tip: om de duur van een activiteit aan te kondigen gebruiken we ook vaak een time-timer. Dat is een klok die door een rode lijn duidelijk maakt hoe lang de activiteit nog zal duren. Als de tijd om is gaat er een alarm af.

Pictogrammen zijn ook handig om een gedragskaart mee te maken. Hiermee kan je verduidelijken welk gedrag er wel en niet mag.

Overgangsliedjes

Overgangsliedjes zing je meestal in combinatie met een verwijzer.

Het overgangslied voor het eten gaat als volgt (op het ritme van broeder Jacob):

Wij gaan eten
Wij gaan eten
Ham ham ham
Ham ham ham
Dat zal lekker smaken
Dat zal lekker smaken
Eet maar op 
Eet maar op

Het overgangslied voor het toiletbezoek gaat zo:

Pipi pipi op het potje
Pipi pipi op de pot
Piezewiezewotteke, *Joske* gaat op het potteke

*Je zingt dit met de naam van je eigen kind

Liedjes zijn een leuke manier  om situaties aangenamer en meer voorspelbaar te maken. Zo kan je een liedje zingen over tanden poetsen terwijl je de tanden poetst van je kind. Als het liedje stopt, is het tanden poetsen voorbij.

Nog vragen?

Hopelijk heb je nu veel inspiratie om zelf aan de slag te gaan om de dagen wat meer gestructureerd te maken. Heb je nog specifieke vragen? Dan mag je hieronder reageren.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *