Author Archives: Linde Maes

Al deze ideeën komen van Han, het 5-jarig zoontje van Marijke (logopediste op Merlijn). Hij is een echte creatieveling, die niets liever doet dan knutselen met materiaal dat hij in huis vindt. Het eindresultaat kan bij elk kindje anders zijn.

 

1. Ballenbaan

Wat heb je nodig?

• Lege WC-rolletjes
• Schaar
• Klein balletje
• Doos: deksel schoendoos/karton/…
• plakband

 

Hoe ga je te werk?

• Knip de WC-rolletjes in stukken.
• Knip de plakband in stukjes.
• Plak de stukjes WC-rol op het karton, plak er zoveel je wil.
• Zoek een klein balletje dat door de WC-rolletjes kan rollen. Dit kan ook een knikker zijn
• Veel speelplezier!

 

2. Vliegtuig

Wat heb je nodig?

• Lege WC-rolletjes
• Karton
• Plakband/lijm
• Eventueel kleurtjes/gekleurd papier
• Schaar
• potlood

Hoe ga je te werk?

• Je kan veel verschillende vormen van vliegtuigen maken.
• Hang de WC-rolletjes aan elkaar met plakband/lijm/of hang ze aan elkaar met een paperclip.
• Knip vleugels uit karton en hang ze aan de WC-rolletjes. Dit kan met plakband of lijm.
• Je kindje kan de vleugels en/of WC-rolletjes op voorhand nog versieren/kleuren/…

–

 

3. Laptop (voor als je kindje ook wil werken zoals mama of papa)

Wat heb je nodig?

• Karton
• Potlood
• Schaar

Hoe ga je te werk?

• Knip een groot rechthoek uit het karton.
• Plooi de rechthoek in twee
• Schrijf cijfers en letters op de kant waar het toetsenbord komt.
• Teken een scherm op de andere kant.
• Veel werkplezier!

–

–

 

4. Dopjes

Wat heb je nodig?

• Dopjes
• Papier
• Potlood

Hoe ga je te werk?

• Je kan op je papier op voorhand iets tekenen zoals je kan zien op de foto’s. Je kindje kan dit dan versieren met de doppen.
• Je kan er ook een oefening van maken voor je kindje:
  • bij de vlinder: maak een patroon, laat je kindje de andere vleugel afmaken met het hetzelfde patroon.
  • Cijfers/dobbelsteen: laat je kindje evenveel dopjes leggen als het cijfer of de stippen op de dobbelsteen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog andere leuke ideeën met dopjes:

• • Doe ze in een doos, heerlijk om in te rommelen.
  • Laat je kindje op de grond liggen en leg dopjes op het lichaam van je kind. Je kindje moet proberen zo stil mogelijk te liggen, zodat er geen dopjes vallen. Daarna kan je de rollen omkeren.
  • Met een dopje rollen over armen/benen van je kindje.
  • Duwen met het dopje op het lichaam van je kindje. Sommige kinderen vinden veel druk fijn, andere kinderen houden meer van zachte druk.

 

Een nieuwe maandag, nieuwe knutselideetjes. Denk eraan er dat dit slechts ideeën zijn. Wil je kindje liever iets anders doen met het materiaal, laat dit dan gebeuren. Het eindresultaat is niet zo belangrijk, wel het gebeuren ernaartoe.

1. Sensorische doos maken

Wat heb je nodig?

• Doos: plastiek of karton
• ongekookte rijst/zand/bakparels/kikkererwten/…(bekijk thuis even wat je hebt)
• kleine diertjes.
• Je kan hier eender welk materiaal in doen, afhankelijk van wat je in huis hebt. Het moet niet perse thema dieren te zijn natuurlijk.

Hoe ga je te werk?

• Vul de lege doos met ongekookte rijst/zand/…
• Verstop de kleine diertjes hierin.
• Zet de doos op tafel, eventueel met een antislipmatje eronder.
• Laat je kindje op ontdekking gaan in de doos.
• Begrijpt je kindje al opdrachten, kan je opdrachtjes geven. Bijvoorbeeld: zoek 3 eendjes, pak de koe, pak eerst de vlinder en dan het paard, …

Bron

–

2. Sjabloon maken van een dier 

Wat heb je nodig?

• stevig karton
• wit papier
• potlood
• schaar of scherp mes
• spons
• verf
• schort of oude t-shirt (voor jezelf en je kindje)

Hoe ga je te werk?

• teken een dier op het karton
• Knip het dier uit of snij het uit met een scherp mes
• Leg je sjabloon op een wit papier. Plak het eventueel vast met plakband.
• Laat je kindje een kleur kiezen.
• Dep de spons in de verf en laat je kindje stempelen in het sjabloon.
• Ben je klaar, verwijder het sjabloon. Nu heb je een mooi, gekleurd dier!

Bron

–

3. Stempelen met stamper

Wat heb je nodig?

• Stamper
• Verf
• Gekleurd papier: zwart en oranje (als je een pinguïn wil maken)
• Schort of oude t-shirt voor je kindje en jezelf

Hoe ga je te werk?

• Knip de vorm van een pinguïn uit (of van een ander dier), als je kindje dit al kan, laat het dit dat zelf proberen.
• Dompel de stamper onder in de witte verf en maak afdrukken op de vorm van het dier.
• Laat dit even drogen.
• Knip ondertussen de bek en de poten uit.
• Maak de oogjes op een wit papier.
• Kleef de poten, bek en ogen op de juiste plaats.

→ Probeer je kindje zoveel mogelijk zelf te laten doen. Je kan misschien ook andere dieren maken op deze manier. Laat je creativiteit de vrije loop!

Bron

–

4. Stempelen met bal

Wat heb je nodig?

• Papier
• Verschillende ballen met textuur
• Verf
• Schort of oude t-shirt voor je kindje en voor jezelf

Hoe ga je te werk?

• Laat je kindje een kleur kiezen.
• Doe de verf op een bord.
• Rol de bal in de verf.
• Rol met de de verfbal op het papier. Je kan er ook mee stempelen.
• Is je kindje klaar, kan je zelf nog een dier maken van het schilderwerk. Maar je kan het natuurlijk ook zo laten 🙂

Bron

 

                                

Hoe beginnen aan zindelijkheidstraining?

Sommige ouders willen deze periode misschien gebruiken om aan de zindelijkheidstraining van hun kindje te beginnen. Hier zijn alvast enkele tips van RTH-begeleidster Rade:

Er klaar voor of nog niet?

Kijk naar de volgende signalen om te zien of je kindje er klaar voor is:

• Je kindje geeft aan dat de luier vuil is
• Je kindje kan langere tijd droog blijven (+/- 2u)
• Je ziet aan je kindje dat het de luier gaat vuil maken. (de houding/zich wegsteken/gezichtsuitdrukking/spel even onderbreken)
• Broek vastnemen
• Je kindje doet al af en toe op het potje
• …

Nog niet klaar?

• Laat je kindje al gerust wennen aan het zitten op een potje. In het begin is dat een raar gevoel aan die blote poep!
• Lukt het nog niet zonder luier, laat die dan in het begin nog aan op het potje.
• Doe dit op een paar vaste tijdstippen, elke dag opnieuw, zo wordt het een routine. (Bv: vóór en na het slapen en een half uur na de maaltijd)
   Hou het kort, slechts enkel minuutjes. (zolang een muziekje speelt bv)
   Zorg voor een relaxte sfeer, geen dwang.
• Zorg voor een goede en veilige zithouding. Voetjes gesteund!
• Verwacht niet dat er iets in het potje terecht komt, daar gaat het nu niet om. Gebeurt het toch, mag je je vreugde wel laten merken en een dikke knuffel geven!
• De rest van de dag luier gewoon aan laten

Wel klaar? → START!

• • Na het wennen aan het potje :
  • Vertel je kindje vooraf dat jullie eraan gaan beginnen
  • Laat de luier overdag uit en trek je kindje een aanpassend (onder)broekje of sponsen broekje aan
  • Ga op vaste tijdstippen naar het potje of toiletje met verkleiningsbril. Laat elke keer ongeveer 1 ½ u tussen. ( denk aan voetensteun!)
  • Max 5min. op het potje laten zitten

Iets in het potje -> belonen met ‘bravo’/letterkoekje/dikke knuffel/sticker/doorspoelen

Niets in het potjes -> geen probleem, straks nog een kans.

• Een ongelukje tussendoor? Dat is nodig om te kunnen leren! Wijs erop, zonder boos te zijn.
• Reageer zeker wanneer je denkt dat je kindje moet gaan, maar het nog niet komt zeggen

Enkele extra tips :

• Gebruik steeds hetzelfde woord, SMOG en een verwijzer om duidelijk te maken dat het tijd is voor het potje (leeg wc rolletje, een liedje of een foto meer info)
• Laat voldoende water drinken.
• Zet het potje op een vaste plaats.
• Laat iedereen die op kindje past op dezelfde manier werken.
• Geef rustig de tijd, niet laten persen.
• Maak de tijd dat kindje moet blijven zitten duidelijk door een liedje te zingen/muziekje op te zetten/time timer te gebruiken, er zijn zelfs apps voor.
• Kies de beloning die het best past voor je kindje.
• Gebruik tussendoor geen luierbroekje, dan voelt het kindje niet dat hij of zij nat is.
• Neem een potje mee wanneer je op stap gaat
• Wees geduldig, oefening baart kunst!
• Lukt het helemaal nog niet na een tijd proberen, laat het dan enkele maanden rusten.
• Wanneer je kindje totaal geen luiers meer nodig heeft, en je hebt er nog over, kan je de overschot in Merlijn of bij ‘Moeders voor moeders’ of bij de ‘Luierbank ’ afgeven.

Veel succes!

Graag geven we nog enkele knutselideetjes mee in het thema lente. Dit zijn enkel maar ideeën, moest je kindje iets anders willen doen met het materiaal, laat het dan gebeuren 🙂 Het resultaat is niet belangrijk, wel het hele gebeuren.

1. Ballonnen aan het plafond

Wat heb je nodig:

• ballonnen
• gekleurde linten of gewoon touw

Hoe ga je aan de slag:

• Blaas de ballonnen op.
• Knoop ze vast aan touw.
• Hang ze op in je huis. Is je kindje minder mobiel, kan je de ballonnen tot net boven de grond hangen. Heb je een actief springertje, kan je de ballonnen op verschillende hoogtes hangen.

Bron: https://www.pinterest.com/pin/460070918188064801/feedback/?invite_code=ddf3e7a5eee949c18b5f17b62d881889&sender_id=460071055592044829

 

2. Met vork bloemen stempelen

Wat heb je nodig:

• papier
• verf
• penseel
• verschillende vorken
• schilderschort of t-shirt dat vuil mag worden (zowel voor je kindje als voor jezel)

Hoe ga je aan de slag:

• Laat je kindje een mooie kleur kiezen: dit kan je doen door 2 of meer keuzes op tafel te zetten. Je kindje kan naar zijn keuze kijken/reiken/wijzen/grijpen/benoemen.
• Dompel de vork onder in de verf
• Laat je kindje stempelen met de vork, dit moet niet in een mooie lijn ofzo J Laat je kindje maar eens helemaal de vrije loop gaan.
• Tot slot kan je kindje (of jij) nog stengels schilderen bij elke bloem.

• Veegt je kindje liever met de vork, laat het dan maar gewoon gebeuren. Misschien vindt je kindje dit veel leuker of mooier dan de bloemen 🙂

Bron: https://www.pinterest.com/pin/460070918188064687/feedback/?invite_code=c501ca3aaf01437fbabc1ef4e4885d54&sender_id=460071055592044829

3. Met vingers bloemen stempelen

Wat heb je nodig:

• verf
• papier
• schort of t-shirt dat vuil mag worden (voor je kindje en voor jezelf)

Hoe ga je aan de slag:

• Geef je kindje weer een keuze uit de verf. Dit kan je doen door 2 of meer keuzes aan te bieden. Je kindje kan kiezen door te kijken/reiken/wijzen/grijpen/benoemen.
• Doe je kindje een schort aan of een t-shirt dat vuil mag worden (misschien kan je best zelf ook kleren aandoen die vuil mogen worden)
• Laat je kindje eerst groene strepen trekken op het blad.
• Probeer daarna om gekleurde stippen te stempelen met je vingers naast de groene stengels.
• Als je wil, kan je ook nog een bloempot uitknippen uit gekleurd papier en deze zoals het voorbeeld op je blad kleven.

Bron: https://www.pinterest.com/pin/460070918188064706/feedback/?invite_code=b832e912eb48412a8b54b8e8b3caecdb&sender_id=460071055592044829

4. Frottage:

Wat heb je nodig:

• leeg, wit blad
• wasco of krijt of potlood
• dingen waar reliëf in zitten: muur, tegel, blaadjes, parket, waterputdeksel, …

Hoe ga je aan de slag:

• Ga met je lege blad op zoek naar dingen die je kan frotteren.
• Leg je blad op het ding dat je gekozen hebt, bv. een blaadje.
• Ga met je wasco over het witte blad en de afdruk van je blaadje verschijnt!
• Je kan ook op voorhand met je kindje in de tuin of in huis op zoek gaan naar dingen om over te kleuren. Zo kan je nadien rustig aan tafel blijven zitten om te tekenen.

Bron: https://mamapapabubba.com/2014/09/29/leaf-rubbing-collages/

In bad

Het badritueel komt regelmatig terug. Herhaling en routine is belangrijk.

Als je kindje het badmoment leuk vindt, kan je dit gemakkelijk aanwenden om taal en communicatie te stimuleren.

activiteit	communicatietips
Washand laten zien om badritueel aan te kondigen.	Toon washand. Zeg : ‘wassen‘, herhaal dit enkele malen.   Ga naar de badkamer.   Zing hierbij telkens hetzelfde liedje : vb. ‘Pim pam peus, we wassen onze neus.’
uitkleden	Benoem de verschillende kledingstukken en benadruk het woordje ‘uit’. vb. ‘Trui uit‘, ‘hemdje uit‘,…   Help je kindje niet direct. Wacht tot je kindje communiceert. Dit kan je kindje doen door een geluid te maken, door te zeuren, door oogcontact met je te maken, door een woord te gebruiken,… Reageer op de communicatie van je kindje (bv. Doe de trui uit en zeg: ‘trui uit.’).
badolie in bad doen	Kind laten ruiken. Neus benadrukken. Zeg : ‘mmmm’
spelen in het water	Zing, praat en lach met je kind.   Imiteer de bewegingen die je kindje maakt in het bad (bv. Als je kindje spettert met het water, spetter dan mee.). Laat dit gepaard gaan met klanken of woorden : ‘oooh’, ‘woe’, ‘spets’,…
spelen met badspeelgoed	Zet het favoriete badspeelgoed van je kindje buiten het bereik, maar in het zicht (bv. op de vensterbank of in een afgesloten, doorzichtige doos). Wacht tot je kindje communiceert op dit te bekomen. Dit kan je kindje doen door een geluid te maken, door ernaar te kijken of ernaar te reiken, door een woord te noemen,… Reageer op de communicatie van je kindje door het speelgoed te geven en dit te benoemen (bv. ‘Jij wil de boot.’).   Speel vervolgens samen met het speelgoed. Imiteer je kindje, benoem het speelgoed, omschrijf wat je kindje doet, omschrijf wat je zelf doet.   Zing samen liedjes (bv. ‘Varen, varen over de baren,…).   Neem aantrekkelijke speeltjes (felle kleuren).
spelen met badspeelgoed dat je moet opwinden	De meeste kinderen hebben hulp nodig bij het opwinden van zo’n speelgoedjes. Help je kindje niet direct. Wacht tot je kindje communiceert. Dit kan je kindje doen door een geluid te maken, door te zeuren, door oogcontact met je te maken, door een woord te gebruiken,… Reageer op de communicatie van je kindje (bv. ‘Helpen?’ en windt het speelgoedje op).
Kiekeboespelletjes	Verstop je gezicht achter een washandje. Trek het weg. Zeg : ‘piep‘   Gebruik ook de spiegel voor deze kiekeboespelletjes.   Deze verstopspelletjes kan je ook doen met de badspeeltjes.
wassen	Was elk lichaamsdeel één voor één. Voor je een lichaamsdeel wast, maak je een overdreven wijsgebaar naar dat deel dat je zal wassen. Je zegt hierbij op een levendige manier: ‘Ik ga jouw…. buik, hand, voet, …wassen!
wassen	Als je kindje het leuk vindt om gewassen te worden, was dan telkens één lichaamsdeel en stop. Je kijkt verwachtingsvol en wacht af tot je kindje communiceert. Dit kan je kindje doen door te lachen, door oogcontact te maken, door een gebaar te gebruiken, door een woord te noemen,… Reageer op de communciatie van je kindje (bv. ‘Jij wil nog wassen!’ en was dan het volgende lichaasmdeel.
wassen	Doe alsof elk lichaamsdeel stinkt alvorens je het wast en overdrijf (bv. Knijp je neus dicht en zeg: ‘ei, vies!’, was vervolgens de voet en zeg: ‘Ja, proper!’
uit het bad gaan	Kondig het einde van het badmoment aan door vb. de handdoek te laten zien. Zeg : vb. ‘handdoek’ of ‘gedaan’ Zing eventueel telkens hetzelfde liedje.
afdrogen met de handdoek	Tijdens afdrogen kan je de verschillende lichaamsdelen benoemen. Leg de nadruk op ‘droog’. Zeg : vb. ‘arm droog’, buikje droog’,…   Nadien eventueel een kiekeboespel of kriebelspel met de handdoek. Zeg : vb. ‘piep’, ‘krrrrriebel’
pyjama aandoen	Vestig de aandacht op de pyjama. Help je kindje niet direct. Wacht tot je kindje communiceert. Dit kan je kindje doen door een geluid te maken, door te zeuren, door oogcontact met je te maken, door een woord te gebruiken,… Reageer op de communicatie van je kindje (bv. ‘pyjama aan’ en doe de pyjama samen aan).

 

MUZIEKSESSIE

Iedere week kunnen onze kindjes van Merlijn genieten van de muzieksessie. Hieronder vind je de liedjes terug die dan gespeeld worden. We hebben per liedje kort omschreven wat we dan doen en waarop we de nadruk leggen. Veel zing- en dansplezier!

 

Liedje 1

Dit is het eerste liedje van de muzieksessie. We begroeten alle kinderen, leggen de nadruk op hun eigen naam. Vb.: Jan, jij bent Jan, Dag Jan (hierbij kan je zwaaien). Wacht op reactie van je kindje: lachen, oogcontact maken, dag zwaaien, dag zeggen.

 

Liedje 2

Tijdens dit liedje gaan we met een knuffel bewegen op het lichaam van je kindje in het ritme van de muziek. Als het liedje stopt, stop je ook met bewegen. Wacht dan even op reactie van je kindje: oogcontact maken, lachen, geluid maken, reiken, … Reageer hierop door het liedje en de bewegingen te herhalen.

 

Liedje 3

We tonen de bewegingen die je hoort tijdens het liedje. Het is de bedoeling dat je kindje deze bewegingen gaat imiteren. Doet je kindje dit niet spontaan, voer de bewegingen dan samen uit.

 

Liedje 4

Tijdens dit liedje krijgt iedereen een sjaaltje, maar dit kan je evengoed met een handdoek zijn. We draaien hiermee rond op het ritme van de muziek, eerst traag daarna snel.

Hoor je STOP, dan stop je met bewegen. Zodra de muziek terug begint, start je ook terug met zwaaien.

 

Liedje 5

Bij dit liedje leggen we nadruk op de verschillende lichaamsdelen. Je kan kriebelen met je handen, maar ook met een pluimpje, blaadje, …

 

Liedje 6

Voordat dit liedje start, laat je je kindje kiezen uit 2 muziekinstrumenten. Je kindje kan kiezen door naar het instrument te kijken, te reiken, te wijzen of het te benoemen.

Zodra de muziek start, maken we samen muziek. Wordt er STOP gezegd, stop je ook even met muziek maken. Spoor je kindje aan ook te stoppen, dit kan je doen door je hand als een stopteken omhoog te houden, stop te zeggen of het muziekinstrumentje mee stil te houden. Begint het liedje opnieuw, mag je terug muziek maken.

 

Liedje 7

Dit is het laatste liedje van de muzieksessie. We zeggen dag en zwaaien naar elkaar. We eindigen natuurlijk met ‘bikke bikke baan, het is gedaan’.

ETEN EN DRINKEN

ENKELE NUTTIGE TIPS OM ZELF TOE TE PASSEN

 

Een goede houding nastreven

 

Leg de armen op de tafel (aangepaste hoogte) en zorg ervoor dat het kind niet naar links of rechts kan wegzakken.

Zorg ervoor dat de voeten gesteund zijn op een voetenplank of op de grond.

De stand van het hoofd is uitermate belangrijk.  Het hoofd mag nooit naar achter kantelen om verslikken te voorkomen.  Het hoofd moet dus recht op de romp, de nek moet in het verlengde van de romp zijn.

 

Sfeer

Gezelligheid is belangrijk en stimulerend tijdens de voedingssituatie.

Daarom zetten we een aantal aandachtspunten vanuit de basale stimulatie op een rij:

• Zorg voor een rustige, aangename sfeer en vermijd omgevingslawaai (bv. radio).
• Zet alles op voorhand klaar zodat je niet heen en weer moet lopen tijdens het eten.
• Richt je tot het kind.
• Probeer zelf rustig te zijn.
• Neem plaats tegenover of naast het kind op dezelfde hoogte.
• Kondig het eten aan door bv. de slab te tonen, te laten kijken/ruiken, verbaal te begeleiden, liedje…
• Stem je tempo af op het kind.
• Heb oog voor de temperatuur van het eten.

 

Drinken

 

Materiaal:

plastieken beker, geen glas, een beker met neusuitsparing(zie foto hieronder).

Het voordeel van een uitgesneden beker is dat de goede romp-/hoofdhouding tot en met het laatste slokje behouden blijft.  Bovendien kan je zien hoeveel je te drinken geeft, je kan goed doseren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe aanbieden?

De hoge rand van de beker zet je op de onderlip en niet tussen de tanden.

Geef kleine slokjes en geef het kind de kans om te slikken.

Laat bekerrand op de onderlip rusten.  Haal de beker niet na elke slok weg,

Consistentie:

Dikkere vloeistof verspreidt zich minder snel in de mond en geeft minder kans tot verslikken.

Indikkingsmiddel (Nutilis) is verkrijgbaar bij de apotheker.

 

Eten

 

Materiaal:

bij voorkeur een smalle, korte, ondiepe, plastieken lepel

Hoe kan je afhappen stimuleren?

Leg (niet te veel) voedsel vooraan op de lepel, wacht even af en stimuleer het kind om zelf naar de lepel te komen.

Breng de lepel recht in de mond.

Schraap de lepel niet af aan de boventanden of –

Geef een stevige benedenwaartse druk naar achteren met de lepel (lepeldruk).  Het naar voren bewegen van de tong en het duwen van voedsel uit de mond wordt zo afgeremd.

Hoe kan je kauwen stimuleren?

Om de zijwaartse tongbewegingen uit te lokken die nodig zijn bij het kauwen, kunnen we vast voedsel (vb. stukjes koek of brood, stukjes aardappel of gekookte groenten) afwisselend tussen de kiezen of kauwvlakken aanbieden. Als je kindje zich nog regelmatig verslikt kies dan voor voedsel dat smelt in de mond. Vb. cracotte.  Tip: probeer het eerst zelf eens uit voor je het aan je kindje geeft.

 

Mondcontrole:

Aan sommige kinderen wordt zo de mogelijkheid gegeven om gemakkelijker en op een goede manier te slikken.

Er wordt druk onder de mondbodem gegeven (met de middelvinger), waarbij het naar voren duwen van de tong wordt afgeremd.  Door de opwaartse druk op de kin (met duim of wijsvinger) wordt lipsluiting uitgelokt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Men staat achter het kind                                     Men zit voor het kind 

 

Opgelet:

Voedsel waarin brokjes of harde stukjes zitten, (bv. yoghurt met stukjes fruit of soep met stukjes groenten) is moeilijker te eten dan voedsel dat glad is.

Voedsel dat dun is van samenstelling is moeilijker te eten dan voedsel dat dikker is.

 

Tanden poetsen  

 

Materiaal:

kleine, zachte tandenborstel

De bewegingen bij het tanden poetsen hebben niet alleen een hygiënische functie, namelijk de verzorging van de tanden en het tandvlees.  Tanden poetsen heeft ook een therapeutische functie, namelijk de beïnvloeding van de gevoeligheid in het mondgebied.  We houden een vaste volgorde aan: We beginnen bovenaan aan de buitenkant van de tanden in het midden en gaan dan naar links en rechts. Daarna doen we hetzelfde voor de binnenkant van de tanden. Vervolgens herhalen we dit bij de onderste tanden. Het kan helpen hierbij steeds hetzelfde liedje te zingen.

 

 

Hebt u vragen hier rond contacteer het logoteam !

wendy.debruyn@merlijnvzw.be
martine.vandorst@merlijnvzw.be
marijke.verdonck@merlijnvzw.be
annick.engelen@merlijnvzw.be

 

 

 

 

 

Taal en communicatie stimuleren aan tafel

 

Als het eetmoment goed verloopt, kan je dit gemakkelijk aanwenden om taal en communicatie te stimuleren.

Ook een snackmomentje (bv. vieruurtje) leent zich hier bijzonder goed voor. Je kindje krijgt op dat moment vaak iets lekker (bv. een koekje). Als je kindje iets graag lust, zal de motivatie / aandacht altijd hoger zijn.

Het eten komt meermaals per dag terug.  Routine en herhaling zijn belangrijk.

 

Activiteit	Communicatietips
lepel / slabbetje laten zien om het ‘eten’ aan te kondigen.   Het eetliedje zingen om dit moment aan te kondigen.	Zeg hierbij : ‘eten’, of ‘ham, ham, ham’ Ondersteun met natuurlijk gebaar.   Zing telkens hetzelfde ‘aankondigingsliedje’ op de melodie van ‘broeder jacob’ ‘Wij gaan eten, wij gaan eten. Ham, ham, ham (2x). Dat zal lekker smaken (2x). Eet maar op (2x).
bordje vullen	Laat het gevulde bordje zien aan het kind. Laat je kindje er eventueel aan ruiken.   Benoem wat er in het bordje ligt met eenvoudige taal (bv. ‘soep’, ‘mmmm, soep’, of ‘lekker, soep’).
eten	Wanneer je je kindje eten geeft, kan je dit begeleiden met de woordjes: ‘ham’ of ‘mondje open’. of Geef je kindje iets wat nog in de verpakking zit (bv. een koekje), zodat hij / zij jouw hulp nodig heeft. Wacht tot je kindje communiceert vooraleer je helpt. Dit kan je kindje doen door oogcontact te maken, door een geluid te maken, door het koekje in uw richting te schuiven, door een woord te noemen,…. Reageer op de communicatie van je kindje door de verpakking te openen. Hierbij zeg je bv. ‘open’. of Geef je kindje kleine stukjes van iets dat hij / zij lekker vindt (bv. een klein stukje van een sandwich). Hou de rest buiten het bereik van je kindje maar in het zicht. Op die manier moet je kindje communiceren om er meer van te krijgen. Dit kan je kindje doen door naar de sandwich te kijken, door ernaar te reiken of te wijzen, door een geluid te maken, door een woord te noemen,… Reageer op de communicatie van je kindje door een volgend stukje te geven en zeg hierbij: ‘nog sandwich’. of Als je kindje al zelfstandig eet met bestek, kan je het bordje geven en het bestek weglaten. Je kindje moet dan communiceren om een vork of lepel te verkrijgen. Dit kan je kindje doen door oogcontact met jou te maken, door een geluid te maken, door een woord te noemen,… Reageer op de communicatie van je kindje door het bestek te geven en zeg hierbij: ‘de lepel!’. of Geef je kindje een keuze. Bijvoorbeeld: Toon hem / haar een koek en een wortel en vraag: ‘Wil je een koekje of een wortel?’. Probeer iets aan te bieden wat je kindje lekker  vindt en iets wat hij / zij niet lekker vindt. Wacht tot je kindje communiceert. Dit kan hij / zij doen door naar het voorwerp van z’n keuze te kijken, te reiken of te wijzen, door een woord te noemen,… Reageer op de communicatie van je kindje door het voorwerp van z’n keuze te geven en zeg hierbij: ‘Jij wil de koek.’. Ook als je kindje kiest voor iets wat hij / zij niet lekker vindt, moet je dit geven. Zo leert je kindje de consequenties van z’n keuze in te schatten. of Neem een klein stukje van het voedsel van je kindje en overdrijf (bv. Neem een hapje van de appel, wrijf over je buik, lik je lippen en zeg hierbij: ‘mmm, appel!’.
bordje leeg	Laat het lege bordje zien aan je kindje en zeg hierbij: ‘bordje leeg’ of ‘alles op’.   Beloon je kindje. Zeg : vb. ‘bravo’ en klap in je handen.
Beker laten zien om het drinken aan te kondigen.	Zeg : vb. ‘drinken’ Ondersteun dit met het natuurlijk gebaar.
kiezen van drinken	Vraag :‘Wat wil je drinken ?’ Bied aan je kindje twee keuzemogelijkheden aan (vb. fles water – brik appelsap / foto van fles water – foto van brik appelsap / …). Wacht tot je kindje communiceert. Dit kan hij / zij doen door naar het voorwerp van z’n keuze te kijken, te reiken of te wijzen, door een woord te noemen,… Reageer op de communicatie van je kindje door het voorwerp van z’n keuze te geven en zeg hierbij: ‘Jij wil appelsap.’. Ook als je kindje kiest voor iets wat hij / zij niet lekker vindt, moet je dit geven. Zo leert je kindje de consequenties van z’n keuze in te schatten.
Beker leeg.	Laat de lege beker zien aan je kindje en zeg ‘alles op’.   Beloon je kindje. Zeg : vb. ‘bravo’ en klap in je handen.
eetmoment beëindigen	Doe de slab uit en zeg hierbij ‘gedaan’. Ondersteun dit met het natuurlijk gebaar.

 

 

 

Pasen komt eraan! Hopelijk kunnen jullie er een leuke dag van maken (met vooral veel chocolade). MAAR! Om er voor te zorgen dat jullie ook nog iets anders kunnen doen, buiten chocolade eten, geven we hieronder enkele leuke knutselideetjes in het thema ‘Pasen’.

Ei versieren als paashaas

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Benodigdheden:

• Ei
• Veel stukjes papier
• Lijm
• Schaar

Een ei versieren door het te verven is een van de bekendste manieren, maar je kan dit ook doen door er bv stukjes karton of papier op te plakken. Je kan gewoon het papier in stukjes scheuren en deze dan op het ei kleven. Het is ook leuk om er een figuurtje van te maken. In dit geval kiezen we voor een paashaas.

Zo ga je te werk:

• Knip volgende stukjes uit en plak deze dan op het ei:
  • Een driehoekje voor de mond
  • 2 halve cirkels en 2 kleinere cirkels voor de ogen
  • Lange dunne stroken papier voor de snorharen
  • 2 grote oren en 2 keer de binnenkant van de oren
• Bij de oren moet je onderaan een stukje omvouwen voor je ze kan opplakken. De andere stukjes kan je gewoon zo op het ei plakken
• Als het paashaas ei klaar is, kan je het altijd op een eistandaard zetten.

–

 

Paashaas  of kuiken

 

 

 

 

 

 

 

Benodigdheden:

• Glazen potje
• Crêpepapier
• Oogjes (kan je ook zelf maken met witte en zwarte verf)
• Lijm
• Karton
• Pijpenragers

Kuikentjes of een paashaas maken met glazen potjes, heel simpel maar vooral heel leuk om te maken samen met je kind!

Zo ga je te werk:

Kuikentje:

• Neem een leeg potje (van bv babyvoeding) en vul dit met geel crêpepapier of gele watten
• Draai het deksel goed vast en zet dan het potje neer op het deksel
• Geel papier: laat je kind hier vleugels uitknippen of prikken
• Oranje papier: laat je kind hier de snavel uitknippen of prikken
• Als dit allemaal klaar is, kan je je kind helpen met alles op het potje te lijmen
• Resultaat: een heel schattig kuikentje!

 

Paashaas:

• Neem ook hier een leeg potje en vul het met bruin crêpepapier
• Draai ook hier het deksel goed vast en zet het potje neer op zijn deksel
• Bruin papier: hier kan je kind oortjes uitknippen of prikken
• Plak deze oortjes boven op het potje
• Van de pijpenragers kan je snorharen maken en maak de wangetjes met een beetje witte watten.
• Resultaat: een heel schattige paashaas!

–

 

Kleurrijke paasklokken van piepschuim

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leuk om te maken en kan je ook ophangen als extra leuke paasversiering om het thuis een beetje op te fleuren.

Benodigdheden:

• (Paas)klokken van piepschuim (jullie kunnen hiervoor ook iets anders gebruiken met ongeveer dezelfde vorm, bv een bloempot)
• Acrylverf in verschillende kleuren
• Ijzerdraad
• Kleurrijke stickers en linten (thema Pasen)

Zo ga je te werk:

• Verf de klokken met de acrylverf in verschillende kleuren
• Prik bovenaan in de klok een dubbelgedraaid stuk ijzerdraad
• Versier de klokken met de leuke stickers, de lintjes kan je ook nog bevestigen als extra leuke toets
• Hang de klokken op met de ijzeraard , mooie versiering voor bij je thuis!
• Je kan de stap met de ijzerdraad ook overslaan en de klokken als versiering op een kast zetten

–

 

Kakelende kippen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Benodigdheden:

• Eierdoosje (van 4 eieren)
• Verf (liefst pastelkleuren)
• Vormpjes voor de kippen
• Een breekmes
• Gekleurd papier
• Satéstokjes
• Garen
• Lijm

Zo ga je te werk:

• Schilder het eierdoosje, om het extra mooi en gezellig te maken gebruik je hiervoor best pastelkleurtjes. Laat het goed drogen
• Zoek vormpjes voor de kip, print deze en knip ze uit
• Maak kleine inkepingen in het doosje, daarna kan je de vormpjes erin steken
• Maak een vlaggenlijn: neem gekleurd papier en knip hier driehoekjes uit. Plak deze driehoekjes op een stukje garen en bindt ze vervolgens vast aan 2 satéstokjes. Steek deze stokjes vast in het eierdoosje.

–

                   

Paasmandje

 

 

 

 

 

 

 

 

Al die lekkere paaseitjes moet je natuurlijk ook ergens kwijt kunnen. Daarom lijkt het ons wel leuk om samen met je kind een paasmandje te maken!

Benodigdheden:

• Lege kleine blikjes (van bv doperwten/worteltjes)
• Gekleurd A4 knutselpapier
• Knutsellijm
• Schaar
• Pasen- stickers
• Sterkte lijm
• Eventueel nog versieren met kuikentjes
• Paaseitjes, mmm!

Zo ga je te werk:

• Haal het etiket van het lege blikje, zo kan de lijm beter hechten
• Meet het blikje eerst door het op de zij te leggen, laat bovenaan nog een ruimte van 2cm
• Kies een gekleurd papier, knip dit papier over de hele lengte uit.
• Smeer het papier in met lijm en rol het blikje erin.
• Vouw de bovenkant van het papier naar binnen (hier hoef je geen lijm op te doen)
• Je kan nu het blikje versieren met bv stickers in het thema ‘Pasen’, of je kan er natuurlijk ook gewoon iets mooi op tekenen.
• De overschot van het papier kan je nu dubbelvouwen tot een mooi handvat. Om het extra gezellig en leuk te maken, kan je voor het handvat natuurlijk ook een andere kleur nemen.
• Het handvat kan je vastnieten aan het blikje of vastlijmen (met sterke lijm). Als je gebruik maakt van de lijm, zet het mandje dan even opzij (met knijpers) zodat het goed kan drogen.
• Nu het laatste en laatste deel: paaseitjes zoeken en in het paasmandje verzamelen! J hoe leuk is het ook om een zelfgemaakt paasmandje te kunnen gebruiken?

–

Er zijn natuurlijk nog veel meer leuke knutselideetjes in het thema ‘Pasen’, teveel om hier op te sommen. Neem dus zeker ook eens een kijkje op Pinterest, hier vind je zeker nog veel meer leuke ideetjes!

–

Zoek je nog meer inspiratie?

Juf Ine maakte heel leuke filmpjes en een verveel-mij niet/vergeet-mij niet boekje!

Klik op de blauwe titels om naar het filmpje en het werkbundeltje te gaan.

Konijnenkoekjes met Lasse

Lasse maakt paaseitjes uit zoutdeeg

Verveel-vergeet mij niet boekje juf Ine

–

Er bestaan ook leuke blogs zoals deze van www.unicornsandfairytales.be ook op Instagram deelt zij veel tips.

Veel plezier met alvast  deze knutselideetjes! En geniet tussendoor natuurlijk ook nog van alle lekkere chocolade!

 

 

Bekijk zeker de apps die je hieronder vindt, ook op Merlijn worden deze regelmatig gebruikt. Graag geven we eerst nog enkele tips mee om je iPad te beveiligen.

 

Tip veiligheid iPad :  Op iPad kan je zorgen voor begeleide toegang zodat de iPad binnen één app blijft en je niet per toeval op het internet kan terecht komen. Je kan de functie begeleide toegang activeren bij je instellingen (instellingen->toegankelijkheid->begeleide toegang). Om begeleide toegang te starten, druk je drie maal op de thuisknop in de app die je wil gebruiken.
Gebruik schermtijd om in te stellen hoe lang een bepaalde app blijft openstaan. Je kan het gebruik van apps monitoren en ongeschikt materiaal blokkeren. Je vindt deze functies bij instellingen (instellingen->schermtijd->applimieten).

Tip veiligheid Android : Op Android toestellen kan je het bureaublad vereenvoudigen met bv. de apps Kids Place en Kids Shell. Met deze gratis apps creëer je een veilige omgeving waarin je enkele apps kan slepen die toegankelijk zijn.

Je kan daarnaast ook het scherm vastzetten binnen één app op Android toestellen. Ga hiervoor naar instellingen (instellingen->beveiliging&privacy (kolom links)->meer->scherm vastzetten (onderaan)->aanklikken).

(Bron : brochure ‘Tablets4Specials’)

 

Hierna vind je nog meer leuke apps om samen met jouw  kind te ontdekken.

 

Actie/reactie: willekeurig drukken of vegen om een effect teweeg te brengen

 

 

 

 

 

 

Fluidity (iOS gratis)

 

 

 

 

 

 

Magic Fluids (Android 1,99 euro)

 

 

 

 

Big bang patterns (iOS en Android  21,99 euro)

–> app met mooie visuele effecten en geluid, ontwikkeld voor kinderen met een visuele beperking

–

Actie/reactie: gericht reageren op een stimulus

 

 

 

 

 

 

 

Touch the ladybird (iOS gratis)

 

 

 

 

 

My first app / Find-it (iOS 4,49 euro/beperkte versie gratis)

 

 

 

 

 

 

 

Finger paint with sounds (iOS en Android gratis)

–

Sorteren, ordenen en taal

 

 

 

 

 

 

 

Sort it out 1 en 2 (iOS en Android 5,49 euro/beperkte versie gratis)

–> sorteren en ordenen

 

 

 

 

 

 

Different roads to learning/What’s that sound? (iOS 2,29 euro)

–> geluid linken aan een prent

 

 

 

 

 

 

Sound touch (iOS en Android 5,99 euro/beperkte versie gratis)

–> geluiden van dieren, voertuigen, muziekinstrumenten en huishoudelijke apparaten

 

 

 

 

 

 

 

Leer mij woorden (iOS 3,49 euro/beperkte versie gratis)

–> woordenschat in verschillende categorieën